Architectuur

Tentoonstelling Architectuurcentrum Arcam


Voor deze tentoonstelling in 2007 in Architectuurcenrum Arcam Amsterdam ontwierp grafisch ontwerper Tom Blitz panelen die tekst en uitleg gaven over het werk van Paul De Ley. Hieronder kunt u deze panelen digitaal (PDF) bekijken. Lees hier de toespraak die Paul De Ley hield tijdens de opening.


Tentoonstelling Architectuurcentrum Arcam PDF Tom Blitz Tentoonstelling Architectuurcentrum Arcam PDF Tom Blitz Tentoonstelling Architectuurcentrum Arcam PDF Tom Blitz Tentoonstelling Architectuurcentrum Arcam PDF Tom Blitz

Tentoonstelling Architectuurcentrum Arcam PDF Tom Blitz Tentoonstelling Architectuurcentrum Arcam PDF Tom Blitz Tentoonstelling Architectuurcentrum Arcam PDF Tom Blitz Tentoonstelling Architectuurcentrum Arcam PDF Tom Blitz

Tentoonstelling Architectuurcentrum Arcam PDF Tom Blitz Tentoonstelling Architectuurcentrum Arcam PDF Tom Blitz Tentoonstelling Architectuurcentrum Arcam PDF Tom Blitz


Toespraak van Paul De Ley


Presentatie van de BONAS monografie nr. 38 over architect Paul De Ley in combinatie met een tentoonstelling over zijn werk bij het Architectuurcentrum Arcam te Amsterdam. De tentoonstelling werd geopend door de heer Ruud Brouwers.

Beste Ruud, ik dank je voor dit eerste exemplaar van de Bonas monografie over mijn werk. Ik hoop dat het een inhoudelijke bijdrage mag leveren aan de discussie over de architectonische en stedenbouwkundige kwaliteiten welke de stadsvernieuwing periode in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, naast de sociale aspecten, heeft opgeleverd.

Onlangs belde Tjeerd Boersma van BONAS mij op, met de mededeling dat het affiche gereed was voor de boek- presentatie en verkoop van exemplaar nr. 38. Het was een sterke vergroting van de omslag met mijn portret erop. Op mijn vraag of alles gelukt was, mompelde hij: 'Ik heb op de computer je gezicht wat verbouwd, want je begon er uit te zien als een gorilla'. Er verscheen, een voor hem, onzichtbare glimlach op mijn gezicht want we waren inmiddels behoorlijk aan elkaar gewaagd. Het resultaat kunt u achter mij bewonderen.

Ruim drie jaar geleden verhuisde mijn bureau naar een locatie aan de Nieuwe Herengracht alwaar Fenna Oorthuys en ik onze bureaus samenvoegden onder de huidige naam De Ley en Oorthuys architecten. In het Industriegebouw, aan de Oudezijds Achterburgwal, had ik als zo velen in mijn generatie een indrukwekkend tekeningen archief verzameld met calques en schetspapier, opgerold in bruine kokers met metalen schroefdeksels, vele maquettes in alle denkbare formaten, fotomappen, diadozen, publicatie materiaal en heel veel archiefmappen. Als pronkstukken van het meubilair stonden er nog enige tekentafels van Friso Kramer met de beroemde Isis tekenmachines welke door de aanwezige computers nog niet waren verdrongen. Ik zocht in eerste instantie contact met het NAI of er belangstelling bestond voor de vele maquettes, die de nieuwe behuizing grotendeels in beslag zouden nemen. Verschillende gesprekken leidden tenslotte tot de overname van het gehele archief.

Onder leiding van Jean Paul Baeten van het NAI, begonnen Fenna en ik aan de voorbereidende archief werkzaamheden. De stoffige bruine, kartonnen kokers werden van hun metalen schroefdeksels ontdaan en de ruim dertig jaar oude rollen met vergeelde calques en schetsen werden omzichtig tevoorschijn gehaald. De getekende geschiedenis van vele gerealiseerde en minstens zoveel niet gerealiseerde gebouwen, tot in de kleinste details uitgewerkt, zorgde voor een stoffige en weemoedige confrontatie. Met mijn handen vol met fotomappen daalde ik een te steile trap af, die ik jaren geleden had ontworpen en brak mijn enkel. Na een pittige operatie en met krukken lopend op één been hebben we de geschiedenis van mijn bureau doorgeworsteld en alle hoogte en dieptepunten opnieuw beleefd. Toen Jean Paul met een gehuurde transportbus al het materiaal voor de definitieve archivering kwam ophalen voelde ik me een weeskind.

Begin 2005 kreeg ik de plaatsingslijst van het NAI archief. Op de voorpagina stond P. De Ley (1964-2004). Ik was nu niet alleen wees, maar zonder dat ik het wist ook al enige tijd overleden.

In de loop van 2006 werd ik benaderd door Tjeerd Boersma van de stichting BONAS met de mededeling dat zij een architectuurmonografie over mijn werk wilde maken. Ik voelde me zeer vereerd om toe te mogen treden tot een illustere reeks van voorgangers, van wie ik tot nu toe nog de enige overlevende ben. Onder de bezielende leiding van Tjeerd begon de architectuurhistoricus Tonny Claassen aan de monografie over mijn levenswerk. Voor het eerst hadden zij niet alleen te maken met archiefmateriaal maar ook met de stoorzender van de nog levende architect. Ik kon hen waardevolle informatie verstrekken en interessante anekdotes vertellen. Ik kijk dan ook met dierbare herinneringen terug aan de vele gesprekken die ik met Tonny Claassen heb gevoerd. Soms, als mijn objectiviteit over bepaalde aspecten aan een lichte vorm van slijtage onderhevig was, trad Tonny resoluut en corrigerend op. De bijeenkomsten in de kamer van Bonas in het NAI zijn voor mij onvergetelijk. Vele malen hebben we met Tjeerd gediscussieerd over de foto’s die in het boek zouden verschijnen.
Tjeerd hield niet van foto’s van gebouwen die net opgeleverd waren. Hij wilde ze plaatsen in de context van nu. Dus ging hij er zelf op uit met zijn camera en maakte prachtige opnames. Hij schroomde niet om straatvuil en vuilnisbakken te verwijderen. Maar de tand des tijds verdoezelde hij ook niet. In de werkkamer van Bonas werd soms aan twee of drie nieuwe uitgaven tegelijk gewerkt. De bergen tekst en fotomateriaal overwoekerde dan de vele tafels in de krappe behuizing. Na een bezoek kreeg ik soms angstvisioenen en zag ik foto’s van de Nederlandse Bank op het Frederiksplein te Amsterdam van M.F. Duintjer en foto’s van kerken van H.W.Valk in mijn monografie verschijnen. In hun uitgaven verschenen in mijn angstdroom teksten en foto’s van "Bouwen voor de buurt" en stedelijke vernieuwingsprojecten.

Maar Tjeerd wist altijd wel weer de juiste teksten, foto’s en tekeningen tevoorschijn te halen. Iedereen die de BONAS reeks kent is een beetje verliefd geworden op de bruine omslag, de zwartwit foto’s en de handige, op het archief gerichte indeling en zoeksysteem. Enige jaren geleden werd van bovenaf besloten om de omslag van de boekjes er sexier uit te laten zien en kleurenfoto’s te introduceren. In de BONAS uitgave nr. 38 is er wat de omslag betreft een evenwichtige kleur combinatie gevonden. Voor de foto’s in het boek, is er gezocht naar een geslaagde menging van kleur en zwartwit, wat mede mogelijk is gemaakt dankzij een bijdrage van Bouwbedrijf De Nijs uit Warmenhuizen.

Onder de inspirerende leiding van Tjeerd Boersma is voor de reeks BONAS architectuurmonografieën een bijzondere, op ervaring voortgebouwd en geperfectioneerd systeem ontwikkeld, wat het gezicht van Nederland over de periode van 1790 tot heden beter herkenbaar maakt, door de kennis over werk en ideeën van o.a. Nederlandse architecten en stedenbouwkundigen levend te houden. Bij aankoop BONAS nr 38 steunt u tevens het werk van de stichting.

We hebben van Arcam de gelegenheid gekregen om een kleine mobiele tentoonstelling te organiseren met een illustratie van enige belangrijke projecten van mijn bureau over de periode van dertig jaar, aangevuld met bijbehorende maquettes. De tentoonstelling: ‘Uit de koker van De Ley’, is ontworpen door Tom Blitz en Suzanne Stijhler en is mogelijk gemaakt door een bijdrage van Rhijna Repro. Zij hebben mij werkelijk verrast.

Ik dank Fenna Oorthuys, met het vele werk rond archivering en visualisering van het werk van bureau Paul De Ley 1973-2003, Jean Paul Baeten voor de NAI archivering, Tjeerd Boersma voor het werk en fotowerk aan de monografie. Tom Blitz en Suzanne Stijler voor de tentoonstelling. De fotografen Joost Guntenaar, Jan Snoek en Jan Derwig voor de foto’s in de monografie, Arcam voor de presentatie mogelijkheid en vooral Tonny Claassen voor haar vele inhoudelijk werk aan deze prachtige uitgave.

En tenslotte dank ik u allen voor Uw aanwezigheid en hoop dat de bar geopend is.

Paul De Ley, 24-05-07.